Indonesië beslaat
duizenden eilanden en strekt zich uit van het Aziatische vasteland bij Maleisië
tot aan Australië. De etnische, culturele en taalkundige diversiteit zijn enorm
in de Indonesische archipel, maar hierdoor hebben de eilandjes ieder hun eigen
charme. Van de ruim 17000 eilanden zijn er zesduizend bewoond. Dit maakt
Indonesië de grootste eilandstaat ter wereld. Ik heb in Indonesië een rondreis
gedaan van twee weken met Tui op de eilanden Java en Bali. Deze eilanden
behoren tot de bekendste eilanden van Indonesië. Je kan Java omschrijven als
het kloppend hart van de archipel en Bali als het bruisende vakantieparadijs.
Voor deze rondreis waren we met een groep van 16 mensen. Het was een
fantastische groep om deze rondreis mee te doen. Bij het lezen van dit
reisverslag zal je kunnen meegenieten van de prachtige natuur, cultuur,
geschiedenis, rijstvelden, tempels, vulkanen, vriendelijke bevolking en zoveel
meer dat op Java en Bali te vinden is.
Bij onze aankomst
in Jakarta vormt de groep zich en komen we in contact met de reisleiders Drikky
en Sintia. Het kan wel tijd in beslag nemen om uit het luchthavengebouw van
Jakarta te geraken door de verschillende wachtrijen die er zijn. Een visum op
voorhand aanvragen is dan wel aan te raden. Vol enthousiasme stappen we op de
bus. Neen het is niet deze bus, maar het is wel nog een andere bus. Het is
alvast genieten van de ontstane chaos. We ontmoeten nu de buschauffeur Supri en
de bijrijder Agus. Met de bus vertrekken we naar het hotel en komen nu terecht
in de verkeerschaos. Jakarta is wat verkeer betreft een compleet gekkenhuis.
Het is er de hele dag druk.
Jakarta is de
hoofdstad van Indonesië. Het dankt zijn naam aan de islamitische generaal
Falatehan van het sultanaat Demak. In 1527 verdreef Falatehan de Portugezen uit
Sunda Kelapa, destijds de hoofdstad van het hindoerijk Pajajaran. Hij doopte de
stad om tot Jaya Karta, Stad van de Overwinning. In 1619 werd Jaya Karta
verwoest door gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen, die de stad omdoopte
tot Batavia. De stad Batavia zou het hoofdkwartier van de VOC (Vereenigde
Oost-Indische Compagnie) worden. Men probeerde de stad zo te herbouwen dat het
zou lijken op een Nederlandse stad met kanalen. Het ging daarbij om een
versterkt fort en een aantal warenhuizen van de VOC. In 1942 tijdens de Tweede
Wereldoorlog bezetten de Japanners Indonesië en ook Batavia. Om de sympathie
van de Indonesiërs te winnen wordt de stad omgedoopt tot Jakarta. Nadat Japan
de oorlog verliest, de terugkeer van de Nederlanders wordt voorkomen, en
Indonesië onafhankelijk wordt verklaard, blijft de naam Jakarta gehandhaafd. De
Indonesische onafhankelijkheidsoorlog begon op 17 augustus 1945 met de
eenzijdige uitroeping van de Republiek Indonesië door de Indonesische leiders.
Het duurde tot de Nederlands-Indonesische rondetafelconferentie van 1949
voordat de oorlog formeel werd beëindigd en de onafhankelijkheid van de
voormalige kolonie Nederlands-Indië door Nederland werd erkend, gevolgd door de
soevereiniteitsoverdracht aan de Verenigde Staten van Indonesië op 27 december
1949. Jakarta zou vanaf 1949 uitgroeien tot het centrum van de regering, het
zakenleven en de industrie.
Indonesië wil de
hoofdstad Jakarta verplaatsen, weg van het hoofdeiland Java. De nieuwe
hoofdstad zou komen in de provincie Oost-Kalimantan op het eiland Borneo. De
voorbije jaren is de nood aan een nieuwe hoofdstad steeds dringender geworden.
De huidige hoofdstad Jakarta is een overvolle metropool met gigantische
verkeersproblemen, en daarmee samenhangend vervuiling. Bovendien dreigt een
deel van de stad onder water te belanden als het zeepeil blijft stijgen tgv de
klimaatveranderingen.
’s Avonds maak ik
nog een korte wandeling door de straten van Jakarta. Het is toch opletten om de
straat over te steken, zelfs aan een zebrapad met verkeerslichten voor
voetgangers. Je ziet dat de verkeersregels en voorrangsregels niet altijd
worden gerespecteerd. Gelukkig zijn er ook wandelbruggen over de hoofdweg. Op
een bepaalde plaats viel mij op dat er veel jongeren op de stoep zaten, die
allemaal bezig waren naar het scherm van hun smartphone te kijken. Eigenlijk
zagen ze ons zelfs niet voorbijwandelen.
De volgende dag
wandelen we eerst naar een oude Chinese handelswijk in Jakarta en wandelen door
de straten van Glodok Chinatown. We bezoeken daar de Chinese Vihara Dharma
Bhakti tempel. Onderweg zien we een kat met een zeer korte staart of een
stompje. Ze zijn zo geboren en het is een genetische afwijking. Het is niet
door de lokale bevolking afgehakt zoals sommige toeristen denken.
De Chinese Vihara
Dharma Bhakti tempel werd oorspronkelijk gebouwd in 1650 door de Chinese
luitenant Kwee Hoen. Toen heette deze tempel Koan Im Teng, gewijd aan de godin
Kwan Im (Godin van Barmhartigheid). In zijn lange geschiedenis is deze
taoïstische tempel een aantal keren van naam veranderd. In 1740 werd de tempel
door de Nederlanders verwoest. In 1755 werd hij opnieuw herbouwd door de
Chinese kapitein Oei Tjhie, die hem Kim Tek Le of Jin De Yuan in het Mandarijn noemde
(wat gouden wijsheid betekent). Later werd de naam vertaald in het Bahasa
Indonesia om bekend te worden als de Vihara Dharma Bhakti. Het wordt beschouwd
als de oudste boeddhistische tempel in Jakarta. Het is een belangrijke
spirituele en culturele plek voor de Chinese gemeenschap in Jakarta.
Voordat je de
hoofdtempel binnenstapt kun je wierookstokjes aansteken en je wensen kenbaar
maken aan de godin Kwan Im door ze in een grote bronzen schaal te planten die
de Hio-Louw wordt genoemd. Ik kan hier ook verschillende leeuwenbeelden zien. Deze
tempelleeuwen hebben een belangrijke symbolische betekenis. Ze worden
traditioneel geplaatst om bescherming te bieden en boze geesten af te weren.
Deze beelden worden meestal in paren geplaatst, met een mannelijke en een
vrouwelijke leeuw. De mannelijke leeuw heeft vaak een bal onder zijn poot, wat
bescherming van het gebouw symboliseert, terwijl de vrouwelijke leeuw een welp
onder haar poot heeft, wat de bescherming van de mensen binnenin symboliseert. De
hoofdtempel is versierd in levendige kleuren, waarbij rood en goud de boventoon
voeren. Binnen is een sterke geur van wierook waarneembaar. De tempel is
versierd met tientallen bronzen beelden en roodgekleurde brandende kaarsen die
een spirituele uitstraling creëren. Je kan in de tempel een prachtige architectuur
en houtsnijwerk bewonderen. Je merkt een fijne kaligrafie rond de pilaren,
alsook ingewikkelde sculpturen en schilderingen van draken en andere mythische
wezens. Aan de plafonds hangen rode lantaarns met altaren voor de verschillende
goden. In deze tempel staan Taoïstische, confucianistische en boeddhistische
beelden die aangeven dat het boeddhistische Mahayana geloof gevolgd wordt.
Vervolgens rijden
we met de bus naar het Taman Fatahillah plein, het voormalige stadhuisplein van
Batavia. Aan dit plein is het meest in het oog springende gebouw het voormalige
stadhuis dat uit 1710 stamt. In het stadhuis kan je nu het Fatahillah Museum
vinden, dat bekend staat als het historisch museum van Jakarta. Voor het gebouw
kan je nog kanonnen zien. Aan het plein bevindt zich ook het Museum voor Schone
Kunsten en Keramiek in het voormalige Paleis van Justitie. Verder kan je hier
het Wayang Museum vinden met vele Indonesische Wayangpoppen. Op het plein kan
je ook nog het café Batavia zien en dit is hier al lang een favoriete locatie.
Dit café werd gebouwd rond 1830 en heeft twee verdiepingen.
Zodra je het
plein in de oude stad van Jakarta verlaat, ben je weg uit het koloniale
tijdperk van Batavia en sta je weer oog in oog met het hedendaagse Jakarta. Met
de bus passeren we wel nog een gracht met een oud Hollandse houten ophaalbrug. Vervolgens
rijden we met de bus naar Bogor, ten zuiden van Jakarta, waar we de botanische
tuin bezoeken.
De botanische
tuin Kebun Raya Bogor was in 1817 de eerste botanische tuin van Indonesië. Gelegen
in het centrum van Bogor beslaat de tuin een oppervlakte van 87 hectare. Je kan
er meer dan 13000 verschillende soorten bomen en planten bekijken. Er lopen
grote en brede lanen door de tuinen. De tuinen vormen ook een belangrijk
toevluchtsoord voor vogels. Hier zullen we maar een gedeelte van deze grote
tuin bezoeken.
De tuin werd
opgericht in 1817 door de Nederlandse botanicus Caspar Georg Carl Reinwardt en
heeft sindsdien gediend als een belangrijk onderzoekscentrum voor landbouw en
tuinbouw.
Aan het begin van
de rondleiding merk ik een grote spin op tussen enkele planten. We ontdekken
hier de nootmuskaatboom. Van de vruchten van de boom worden de specerijen
nootmuskaat en foelie gemaakt. De muskaatboom kan 5 tot 18 m hoog worden en de
schors is glad en behaard. Nootmuskaat
helpt bij slapeloosheid. Een andere opmerkelijke boom was de worstenboom en kan
een tot 20 meter hoge boom worden. De vruchten kunnen tot een meter lang worden
en hebben volgens heel wat Afrikaanse culturen een geneeskundige waarde. Zo
worden de bladeren alsook de vruchten gebruikt om reuma tegen te gaan. Een
andere opmerkelijke boom is de francipani boom met prachtige witte geurige bloemen.
Het kan in de vrije natuur tot een kleine boom van 8 meter uitgroeien. De Ficus
drupacea is een boom met een groot uitgestrekt bladerdak. In de holle
binnenwand van deze boom kon je staan en een foto laten nemen. In bossen kan
hij 40 m hoog worden. Er zijn hier ook enorme junglebomen, teakbomen, 5000
soorten orchideeën en er is ook een 125 jaar oude meranti boom te zien. De
merantiboom wordt gemiddeld 30 tot 40 meter hoog, uitzonderlijk zelfs 60 tot 70
meter. De diameter van de takken aan de vrije stam ligt tussen de 70 en 180 cm,
in een zeldzaam geval 255 tot 300 cm. Het groeigebied van meranti bomen ligt in
regenwouden van Zuidoost Azië. Het kernhout is roodbruin tot rozebruin met veel
kleurnuances. Ook komen we de bamboe boom tegen. Je kon muziek maken door op
verschillende plaatsen op de bamboe tak te kloppen. De kinineboom die we zien
is een natuurlijke bron van kinine dat wereldwijd wordt gebruikt tegen malaria.
Tijdens het wandelen in de tuin kon ik enkele graven zien. Hier zijn mensen
begraven die overleden zijn door malaria. Bij de kapok boom vallen vooral de wortels
op die boven de grond zichtbaar zijn. De kapokbomen worden wel meer dan 70
meter hoog en de stam tot 3 meter dik met zijn plankwortels. Bij deze boom met
plankwortels zullen we een groepsfoto maken.
Tijdens de
rondleiding kon ik ook het presidentieel paleis zien. Het paleis van Bogor was
de officiële residentie van de gouverneur-generaal van het voormalig
Nederlands-Indië van 1870 tot 1942. Nabij het paleis kunnen we de prachtige
Gunting lotusvijver zien.
Tijdens de
rondleiding in de botanische tuin komen we een groep moslimvrouwen tegen. Deze
geraken opgewonden als ze buitenlanders zien en willen dan een foto maken van
hun groep met ons erbij. Deze moslimvrouwen zijn vaak nieuwsgierig en
enthousiast om nieuwe mensen te ontmoeten. Indonesiërs staan bekend om hun
gastvrijheid en vriendelijkheid. Het is gebruikelijk dat ze toeristen hartelijk
verwelkomen en graag een foto willen maken als herinnering aan de ontmoeting.
Het delen van foto’s op sociale media is populair in Indonesië. Een foto met
buitenlandse toeristen kan een leuke en interessante toevoeging zijn aan hun
sociale media profielen.
Tijdens deze reis
merkte ik op dat bijna alle Indonesiërs spontaan hun duim omhoog staken als ik
een foto van hun nam. Hiermee geven ze met dit positief gebaar aan dat alles in
orde is en het goed vinden dat je een foto van hun neemt.
Op het einde van
de rondleiding en bij de ingang van de tuin zag ik nog een wit monument. Sir
Thomas Stamford Raffles heeft ter nagedachtenis aan zijn overleden vrouw Olivia
Marianne Raffles dit witte monument laten oprichten. De Britse koloniale
ambtenaar Sir Thomas Stamford Raffles was gouverneur van Nederlands-Indië
tussen 1811 en 1816.
Na dit bezoek aan
de botanische tuin vertrekken we met de bus naar een bedrijf waar ze Wayang
poppen maken. Het bedrijf was goed verscholen in een woonwijk. Wayangpoppen
hebben een diepe culturele en spirituele betekenis in Indonesië en het heeft
een lange traditie. Het woord “wayang” betekent letterlijk “schaduw” of “schim”
in het Javaans. Wayangpoppen worden vaak gebruikt in schaduwspelen waarbij de
poppen schaduwen werpen op een scherm, wat symbolisch is voor de menselijke
ziel en de wereld van geesten. Wayangvoorstellingen vertellen vaak verhalen uit
de Ramayana en Mahabharata, twee oude Indiase epossen. Deze verhalen bevatten
morele en filosofische lessen en worden gebruikt om waarden en normen over te
brengen. Alsook om historische gebeurtenissen en sociale commentaren over te
brengen. Dit maakt ze een krachtig en educatief hulpmiddel.
Wayangvoorstellingen hebben vaak ook een religieuze of rituele functie. Ze
worden uitgevoerd tijdens ceremonies en festivals om de goden te eren en om
zegeningen te vragen. Wayangvoorstellingen brengen gemeenschappen samen. Ze
zijn vaak sociale evenementen waar mensen samenkomen om te genieten van de
verhalen en de muziek. De voorstellingen worden begeleid door traditionele
gamelanmuziek.
In het bedrijf dat
we bezoeken krijg je een demonstratie en uitleg over het productieproces van de
driedimensionale houten poppen. Tijdens de uitleg worden we verwend met thee en
hapjes, zoals lekkere gebakken banaantjes. De poppen worden daar vooral gemaakt
van essenhout omdat deze houtsoort heel taai en sterk is. Er wordt vaak ook
gebruik gemaakt van lichte houtsoorten vanwege hun bewerkbaarheid en
duurzaamheid. Het hout wordt zorgvuldig gesneden en gevormd om de verschillende
delen van de pop te maken, zoals het hoofd, de armen en het lichaam. Het ziet
er echt wel uit als een fascinerend ambacht dat veel vaardigheid en geduld
vereist. Je kon hier ook zien dat na het snijden de poppen worden beschilderd
met levendige kleuren en gedetailleerde patronen. De poppen zijn vaak prachtig
gedecoreerd en beschilderd. De poppen die je in de winkel zag staan waren
aangekleed met traditionele stoffen en accessoires. Dit kan variëren van
eenvoudige kleding tot zeer gedetailleerde kostuums, afhankelijk van de rol van
de pop in het verhaal. De armen en benen worden vaak met touwtjes of draad
bevestigd zodat ze kunnen bewegen tijdens de voorstelling. Het maken van zo een
pop kan tot drie dagen duren. Men toonde ons ook een platte leren pop die ze
gebruiken bij de schaduwspelen. Deze poppen worden gemaakt van buffel- of
geitenhuid die wordt uitgehard, gesneden en beschilderd. We hebben hier dan
tijd in de winkel gehad om de prachtige creaties van poppen te bekijken en te
bewonderen.
Bij het verlaten
van de woonwijk kan ik een ambulance zien waarin ze een overledene vervoeren.
In sommige delen van Indonesië, en dan vooral in Java, worden ambulances soms
multi-inzetbaar gebruikt, waaronder voor het vervoeren van overledenen. Dit
komt vaak voor in gebieden waar speciale lijkwagens niet altijd beschikbaar
zijn. De ambulances worden dan ingezet voor verschillende doeleinden, zoals het
vervoeren van patiënten naar ziekenhuizen, het fungeren als brandweerwagen,
watertappunt en inderdaad ook als lijkwagen.
Als onze bus vanuit
een zijstraat op een drukke hoofdweg moet afslaan, dan zijn er mensen langs de
weg, al dan niet met een vlag in de hand, die het verkeer op de hoofdweg doen
stoppen opdat onze bus dan vlot kon afdraaien op de hoofdweg. Daarna merk je
dat ze van onze buschauffeur geld krijgen toegestopt voor hun diensten. Zo ook
zie je op bergachtige wegen mensen staan in de bochten die aangeven of er
verkeer van de andere kant aankomt. Ook met de bedoeling geld voor hun diensten
te ontvangen. Het zijn de politieagenten die officieel verantwoordelijk zijn
voor het handhaven van de verkeersregels en het zorgen voor de veiligheid op de
wegen. Burgers die het verkeer regelen willen een vergoeding ontvangen van de
automobilisten voor hun hulp die ze bieden. Dit is echter niet toegestaan en
kan eigenlijk als een vorm van informele of “illegale” politie worden
beschouwd.
Na het middageten
zullen we verder rijden via de Puncak Pass naar Bandung. De Puncak Pass is een
schilderachtige bergpas met vele theeplantages. De Puncak Pass is een geweldige
plek om te ontsnappen aan de drukte van de stad en het is hier ook koeler. Het
hoogste punt van de pas ligt op ongeveer 1500 m hoogte. Veel chalets van het
Zwitserse type werden gebouwd rond Puncak tijdens de koloniale periode voor de
Tweede Wereldoorlog. Zal er langs deze weg file zijn of mogelijks zelfs
wegverzakkingen waardoor de rit langer dan voorzien zal duren? Eigenlijk wil iedereen
in de file staan en ontdekken wat er te beleven valt en trekken we ons niets
aan van mogelijke wegverzakkingen. In de file op weg naar de Puncak Pass duiken
er verkopers op die langs de voertuigen lopen en hun snacks, fruit en dranken
trachten te verkopen. Ook zijn er mensen die een verkleedpak van bv Mickey
Mouse of een panda dragen en de bestuurders dan animeren die in de file staan.
Ergens anders zag ik op kruispunten dat er muziek gespeeld werd als wagens voor
het rode lichten stonden. Men is hier eigenlijk tamelijk creatief om geld te
verdienen als bestuurders stil staan in het verkeer. Ook kan je straatartiesten
tegenkomen op de kruispunten. Dit kunnen jongleurs, acrobaten of andere
entertainers zijn die korte optredens geven voor wachtende auto’s. Anderen
willen je auto snel schoonmaken terwijl je wacht in het verkeer. Of mensen
kunnen kranten en tijdschriften verkopen aan bestuurders die wachten in het
verkeer. Helaas zie je ook vaak bedelaars, waaronder kinderen en ouderen, die
om geld vragen. Ook zag ik gehandicapte mensen met beperkingen tussen de
voertuigen lopen om geld te vragen.
We maken een stop
aan het restaurant Liwet Asep Stroberi. Hier maken we tijd om te genieten van
de omgeving en de theeplantages. We bevinden ons ongeveer op een hoogte van
1000 meter en de theeplantages kom je hier tegen op de heuvels vanaf 600 meter
hoogte. Je voelt dat het hier koeler is. In de toiletten heb kranen gezien die
moslims gebruiken voor een rituele wassing en zich te reinigen voordat ze gaan
bidden in een gebedsruimte. Ze wassen dan hun handen, mond, neus, gezicht,
armen, oren en voeten. Naast de toiletten is er een ruimte met tapijten. Dit is
de gebedsruimte voor moslims. Moslims zullen altijd bidden op een schone plek,
vaak op een tapijt of een gebedsmat.
We rijden
vervolgens verder naar Bandung. ’s Avond ga ik nog met een taxi naar het
centrum van Bandung om iets te gaan eten. Braga straat ligt in het centrum en
is een straat met afwisselend restaurants, koffietentjes en ateliers. De
restaurants hier zijn erg gericht op westers eten. Je zou het kunnen
omschrijven als een commerciële straat gericht op toeristen die op zoek zijn
naar Westers eten. Ik ga in de Braga straat naar het Nederlandse restaurant
Braga Permai. Er was hier in het restaurant ook een optreden van een muziekband.
Opvallend waren ook de kleurrijk verlichte bussen die door de straat reden. Na
het avondeten keer ik met een taxi terug naar het hotel.
De volgende dag
keren we terug met de groep naar het centrum van Bandung. De bus stopt nabij
het kruispunt van de Azië-Afrika Straat en de Braga Straat. Hier kan je het
gebouw zien waar vroeger de Bandungconferentie werd gehouden. De
Bandungconferentie of Aziatisch-Afrikaanse conferentie was een conferentie die
van 18 tot 25 april 1955 in Bandung plaatsvond. Aziatische en Afrikaanse naties
die kort ervoor onafhankelijk waren geworden namen aan deze conferentie deel,
alsmede leiders van enkele nationalistische organisaties. Doelen van de
conferentie waren het stimuleren van economische en culturele samenwerking
tussen Afrikaanse en Aziatische landen en weerstand bieden aan kolonialisme of
neokolonialisme. Het gebouw waar de conferentie werd gehouden is een aan deze
gebeurtenis gewijd museum geworden en in Gedung Merdeka omgedoopt, dat
Vrijheidsgebouw betekent. De straat daarvoor die Grote Postweg heette, heet
sindsdien Jalan Asia-Afrika of in het Nederlands Azië-Afrika Straat.
We wandelen eerst
een stukje in de Azië-Afrika Straat tot aan het “0 km Monument in Bandung”. Het
is een belangrijk historisch en cultureel herkenningspunt. Het bevindt zich in
het hart van Bandung. Dit monument markeert het nulpunt van waaruit de
afstanden naar andere steden in Indonesië worden gemeten. Het monument is
omgeven door historische gebouwen. Bij het monument kan je een locomotief zien.
Het symboliseert de verbinding en vooruitgang die Bandung door de jaren heen
heeft doorgemaakt. Langs de rijweg kon ik ook bollen zien met de vlag en naam
van een Afrikaans of Aziatisch land erop.
Vervolgens
wandelen we terug en gaan naar de Braga Straat. Er was nog een gebouw in de
Azië-Afrika Straat dat mijn aandacht trok. Op de gevel van dit gebouw stonden
Nederlandse teksten, zoals oa “landbouwbenodigdheden”, “warenhuis” en
“papierhandel”. Dit was één van de vele historische koloniale gebouwen in
Bandung. Dit gebouw dateert uit de tijd dat Indonesië een Nederlandse kolonie
was. De Nederlandse teksten op de gevel zijn een herinnering aan de tijd toen
Bandung een belangrijk centrum was voor de Nederlandse koloniale administratie
en handel.
In de Braga
Straat zie ik eerst het theater gebouw “De Majestic”. Het is een historisch en
cultureel icoon. Het theater werd gebouwd in 1925 en is een prachtig voorbeeld
van Art Deco architectuur. Het gebouw heeft een rijke geschiedenis en heeft
door de jaren heen verschillende functies gehad, waaronder als bioscoop en als
locatie voor culturele evenementen.
Daarna kom ik aan
in het gedeelte van de Braga Straat waar ik gisterenavond ook ben geweest. Het
is een levendige en historische straat die bekend staat om zijn Europese sfeer
en koloniale architectuur. Je kan hier veel kunstgalerijen, antiekwinkels en
boetieks vinden. Zo zie je langs de kant van de weg veel tentoongestelde
schilderijen. In de Braga Straat brengen we een bezoek aan een winkel met
kunstwerken, schilderijen, houten sculpturen en zelfs de wayangpoppen. Braga
Straat biedt een unieke mix van geschiedenis, cultuur en moderne voorzieningen.
Opvallend waren
de Bandros bussen die hier in de Braga Straat rijden. Het zijn toeristische
bussen die rondleidingen door de stad bieden en stoppen bij de belangrijkste
bezienswaardigheden in Bandung, zoals de Braga Straat. De Bandros bus is een
openluchtbus en hun kleuren zijn zo opvallend dat je ze niet zal missen. Ik
kwam vooral geel en blauwe bussen tegen.
Vervolgens rijden
we met de bus naar het Gedung Saté gebouw. Onderweg kan ik ook een glimp zien
van het voormalige Presidentieel Paleis Gedung Pakuan. Dit historische gebouw
werd oorspronkelijk gebouwd in 1864 en diende als de residentie van de
gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Tegenwoordig is het de officiële
residentie van de gouverneur van West-Java. Het gebouw heeft verschillende
functies gehad, waaronder het huisvesten van belangrijke gasten en het dienen
als een locatie voor officiële evenementen. Het is omgeven door mooie tuinen en
heeft een indrukwekkende façade die de grandeur van het koloniale tijdperk
weerspiegelt.
We komen aan bij
het Gedung Saté gebouw. Het is een iconisch gebouw dat gebouwd is in 1920 in
een neoclassicistische stijl met Indonesische invloeden. Het gebouw werd
ontworpen door de Nederlandse architect J. Gerber. Het gebouw dankt zijn naam
aan de saté achtige vorm van de centrale pinakel. In de koloniale tijd was in
dit gebouw het Departement van Gouvernementsbedrijven van Nederlands-Indië
gevestigd, dat in de jaren dertig werd omgedoopt tot Departement van Verkeer en
Waterstaat. Later werd Gedung Saté het gouvernementsgebouw van de provincie
West-Java. Hier heb je ook het kantoor van de gouverneur van West-Java.
In het gebouw
zullen we een bezoek brengen aan een museum. In dit museum kan je meer te weten
komen over de geschiedenis van het gebouw. Je kan hier informatie vinden en
vele oude foto’s zien over het gebouw in koloniale tijden en ook over de
architectuur van het gebouw. Je kan hier ook maquettes, prachtige schilderijen
en kunstwerken bewonderen van het gebouw. Ik kan hier ook een traditioneel
Indonesisch muziekinstrument, gemaakt van bamboe aan de muur zien hangen. Het
bestaat uit een aantal gestemde bamboebuizen die aan een frame zijn bevestigd
en geluid produceren wanneer ze worden geschud. Ik kon hier een demonstratie
zien van het gebruik van dit muziekinstrument. De angklung is een belangrijk
cultureel symbool in Indonesië en wordt vaak gebruikt in traditionele
ceremonies en muziekuitvoeringen. Het instrument is vooral populair in
West-Java. We kunnen ook nog in een kleine cinemazaal gaan en krijgen dan een
korte film te zien over de geschiedenis van het gebouw.
We verlaten het museum
in het Gedung Saté gebouw en gaan nog even kijken naar de voorkant van het
gebouw met de mooi aangelegde tuin en fonteintjes. Ideaal is de plek om vanaf
hier een groepsfoto te nemen. Nadien keren we terug naar het hotel en hebben we
een vrije namiddag in Bandung. Op weg naar het hotel passeren we nog een
fabriek waar ze het kinine medicijn maken voor de bestrijding van malaria.
Ik maak dan in de
namiddag een wandeling vanaf het hotel richting het winkelcentrum. Boven de
rijweg zag ik plots een platform waar je kon wandelen. Dit was wel iets uniek.
Dit is Teras Cihampelas, ook wel bekend als Skywalk Cihampelas. Het is
eigenlijk een verhoogde wandelbrug die zich uitstrekt over de drukke Cihampelas
straat, een gebied dat bekend staat om zijn winkels en levendige sfeer. Deze
toeristische attractie is de eerste skywalk in Indonesië met een
voetgangersconcept. Om precies te zijn: een voetpad boven de rijweg.
Aanvankelijk werd deze faciliteit eigenlijk gebouwd als een innovatie om de
stad Bandung comfortabeler te maken. De bouw ervan nam in 2016 ongeveer acht
maanden in beslag. Dit terras is 7 meter breed en 450 meter lang. Vroeger waren
er veel straatverkopers die langs de kant van de weg hun waren verkopen. Langs
deze weg zijn veel handelaren die kleding, jeans, schoenen, diverse souvenirs
en culinaire hoogstandjes verkopen. Dit zorgde ervoor dat dit gebied vaak
getroffen werd door zeer ernstige files en chaos, vooral tijdens weekenden en
lange vakanties. Met de bouw van dit terras wou men niet alleen een nieuwe
toeristische attractie in Bandung, maar ook wou men de verkoopkramen voor
handelaren langs de weg minimaliseren. Als je op de skywalk loopt merk je dat
er wel enkele kraampjes zijn. Zo zie je enkele eetkraampjes en kleine
restaurants waar je kunt genieten van lokale lekkernijen en snacks. Ook
kinderen hebben de mogelijkheid in alle veiligheid om hier te spelen. Je hebt
een prachtig uitzicht over de stad Bandung en omliggende gebieden. Ik merk wel
dat het eigenlijk hier niet druk is en dat ik rustig kan wandelen weg van het
drukke verkeer beneden. Na de bouw van dit terras was het hier druk. Maar nu is
Teras Cihampelas niet meer die toeristische winkelbestemming en loopt het niet
zoals verwacht. Na verloop van tijd werd het weer stil op deze plek, zoals ik
ook ervaarde. Vanop het terras kon ik een winkelcentrum zien, waarvan het
gebouw een uniek ontwerp heeft en lijkt op een schip, wat een opvallende
verschijning maakt in de stad.
Tijdens het
verder wandelen begon een Indonesische student spontaan met ons te praten. Hij
wist wat de nationale feestdag was in mijn land. Veel Indonesische studenten
zijn nieuwsgierig naar andere culturen en landen. Ze vinden het vaak
interessant om met buitenlanders te praten en meer te leren over hun
achtergrond. Indonesiërs staan ook bekend om hun gastvrijheid en
vriendelijkheid. Ze willen vaak dat bezoekers aan hun land zich welkom voelen
en zijn daarom geneigd om een praatje te maken.
Ook heb ik
tijdens het wandelen dakwerkers gezien en op een andere locatie een bouwwerf.
Het zag er toch allemaal niet veilig uit. De veiligheidsnormen op bouwwerven worden
in Indonesië minder strikt nageleefd. Er worden geen persoonlijke
beschermingsmiddelen gebruikt zoals oa een veiligheidshelm, veiligheidsharnas
en veiligheidsschoenen. Ik merk dat ze op de ladder staan met hun teenslippers.
De wirwar aan elektriciteitsdraden worden afgedekt met een karton opdat ze er
toch niet zouden in trappen. Op de bouwwerven merk ik vooral bamboestellingen
op. Hoewel bamboe een traditioneel en goedkoop materiaal is, biedt het niet
dezelfde veiligheid aan als moderne steigers. Eigenlijk is er een gebrek aan
toezicht en een laag bewustzijn over veiligheid op de werven. Op de
lantaarnpalen langs de rijweg zie je een wirwar van elektriciteitsdraden. De
infrastructuur voor elektriciteit is in sommige gebieden verouderd en niet
altijd volgens de modernste veiligheidsnormen aangelegd.
Soms kom je op
straat langs de rijweg ook mensen tegen die een middagdutje doen. Ik ben hier
ook nog een modern winkelcentrum tegengekomen. Hier in het winkelcentrum is
alles proper en modern. Nadien keer ik terug naar het hotel. Het is altijd
spannend om de straat over te steken. De ene chauffeur stopte spontaan en de
andere had de intentie om mij omver te rijden terwijl het groen was voor mij om
het zebrapad over te steken. Oef, ik geraak veilig aan de overkant van de
straat.
In het verkeer
zijn brommers het meest populaire vervoersmiddel. Aan een kruispunt kan je ze
op een rij voor de rode verkeerslichten naast elkaar zien staan. Het verkeer
kan hier behoorlijk chaotisch zijn en druk. Ze manoeuvreren en navigeren door
het verkeer met een zekere mate van kalmte. Op een brommer mag er officieel
slechts één bestuurder zijn die één passagier vervoerd. Je kan soms zien dat ze
met meerdere op een brommer zitten. Zelfs de kinderen en baby’s worden ook
meegenomen als passagier op de brommer. Soms staat het kind vooraan op de
scooter. Er zijn hier verkeersregels, maar ze worden niet altijd strikt
nageleefd. Volgens de verkeersregels in Indonesië zijn helmen verplicht voor
zowel de bestuurder als de passagier van de brommer. Helaas kan je zien dat er
sommigen zijn die geen helm dragen. Of je kan soms zien dat de passagier zijdelings
zit achter de bestuurder op de brommer. Ook zijn ze het hier gewoon om grote
ladingen te vervoeren met de brommer. Zo zag ik een passagier op een brommer
die een grote ladder of een matras aan het vasthouden was tijdens de brommerrit.
Ook kooien met dieren worden achteraan op de brommer vervoerd. Ik zag een
brommer met achteraan twee enorm grote zakken gevuld met kroepoek. De zakken
waren groter dan de bestuurder van de brommer. Het meest originele vervoer vond
ik het vervoer van goudvissen die elk apart in een plastiek zak met water
zaten. Deze vele plastiek zakken werden naast elkaar op verschillende stokken
opgehangen en achteraan op de brommer bevestigd om ze te vervoeren. Ik zag ook
meerdere malen dat er twee brommers naast elkaar rijden en de ene bestuurder
met zijn voet de andere brommer aan het voortduwen is. Het komt vaak voor in
Indonesië dat wanneer een brommer een technisch probleem heeft, dat een andere
bestuurder helpt door de brommer met zijn voet voort te duwen. Dit is een
praktische manier om de defecte brommer naar een veilige plek of een
reparatieplaats te krijgen. In Indonesië moet je minimaal 17 jaar oud zijn om
legaal een brommer te besturen. Ik zag hier jongens van ongeveer 10 à 12 jaar
een brommer besturen. Dit is hier mogelijk want er is weinig controle door de
politie. Deze jongens willen misschien indruk maken bij de meisjes.
In Indonesië
moeten ze links rijden en rechts inhalen. Een bestuurder die een rotonde wil
oprijden, moet voorrang verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden. Op
een kruispunt van gelijkwaardige wegen hebben bestuurders van links voorrang,
tenzij door verkeerstekens anders wordt aangegeven. Ik zag in het verkeer dat
men soms links gaat inhalen of op de rotonde oprijden zonder voorrang te
verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden en soms zag ik dat
bestuurders van rechts voorrang nemen. In het drukke verkeer is het moeilijk
voor buitenlanders om hier duidelijk de verkeersregels te zien. Eigenlijk
worden de officiële inhaal en voorrangsregels in het verkeer vaak niet
gerespecteerd. Ondanks het drukke en chaotische verkeer heb ik eigenlijk
tijdens mijn verblijf in Indonesië geen verkeersaccidenten gezien.
Hier op Java had
je elke morgen een extra wekdienst. Java is overwegend islamitisch en er zijn
hier veel moskeeën te vinden. Om half vijf ’s morgens hoor je het geluid van de
moskee. Dit geluid is soms zo doordringend in de hotelkamer alsof je in de
moskee zelf sliep. De oproep tot het gebed duurde een half uur lang. Er worden
hier minstens vijf keer per dag gebedsoproepen gedaan, maar daarnaast zijn er
ook oproepen voor religieuze preken of bijeenkomsten.
Veel is goed
geregeld in Indonesië. Er bestaan verkeersvoorschriften voor weggebruikers. Je
zou het niet zeggen, maar het is zo. Goede regelgeving is niet het probleem in
Indonesië. Wel de handhaving en controle op de naleving van de voorschriften.
Daar gaat het vaak mis. Er is namelijk geen of te weinig controle, functionarissen
die het niet zo nauw nemen en de politie die vaak veel niet ziet. Zelfs voor
het geluid die moskeeën maken zijn er voorschriften en regels. Het ministerie
van Religieuze zaken heeft een verordening uitgevaardigd die moskeeën in het
overwegend islamitisch Indonesië oproept om het volume van de luidsprekers te
verminderen. De nieuwe regelgeving voor geluidsoverlast door moskeeën is prima.
Het is nog afwachten of die regelgeving het gaat redden in de praktijk. Ik kan
vooral tijdens mijn rondreis in Java niets merken van de nieuwe regelgeving.
Iedereen die in de buurt woont van de moskee zal wakker zijn om half vijf ’s
morgens.
De volgende dag
is het vroeg opstaan en vertrekken we met de bus naar het station in Bandung.
Daar zullen we de trein nemen naar Yogyakarta, dat ongeveer in het midden van
Java ligt. De treinreis zal bijna 7 uur duren. De treinen hebben ruime wagons,
voorzien van comfortabele stoelen en bieden veel beenruimte en royale
bagageruimte. Iedereen van de groep krijgt een zitplaats toegewezen. De grote
panoramische ramen zijn perfect om het spectaculaire uitzicht te bewonderen.
Tijdens de treinrit is het ook mogelijk om de zetels 90 graden te draaien zodat
je beter kan genieten van het uitzicht.
Als de trein uit
het station vertrekt kan je zien dat er verschillende mensen op een rij staan
met hetzelfde uniform aan. Ze brengen allen dezelfde groet en salueren als de
trein vertrekt. Ze hielden allen één hand op hun borst. Dit is een manier om
respect te tonen en de reizigers een goede reis te wensen. Dit is een traditie
die vaak wordt uitgevoerd door het personeel van de spoorwegen en soms ook door
de lokale bevolking. Het is een symbolische handeling die de verbondenheid en
het respect voor de reizigers en de trein symboliseert.
Bij het begin van
de treinreis kan je vele huizen dicht bij de spoorwegen zien. De vele huizen
die je ziet langs de spoorweg geven mij een armoedige indruk. Veel van deze
woningen zijn eenvoudige constructies met golfplaten daken en zelfs soms met
houten of bamboe muren. Ze zien er vaak niet stevig uit. Deze nederzettingen
zijn vaak dicht op elkaar gebouwd en missen soms basisvoorzieningen. Ondanks de
eenvoudige omstandigheden, zie je vaak een levendige gemeenschap met mensen die
hun dagelijkse bezigheden uitvoeren. Je kan bescheiden huisjes zien waar de was
buiten hangt te drogen en kippen tussen het afval lopen te scharrelen. Ook kon
je mensen zien die dicht tegen de sporen lopen en zelfs heb ik ergens mensen op
de rails zien zitten.
Even voorbij
Bandung kon ik een indrukwekkende moskee zien. Dit is de Al Jabbar Grand
Mosque. Omdat het omgeven is door een reservoir, wordt deze moskee soms de Al
Jabbar Floating Mosque genoemd. Het lijkt alsof de moskee op het water drijft.
De bouw van de moskee begon in december 2017 en werd voltooid in december 2022.
De moskee heeft een capaciteit van 33000 mensen en beschikt over vier
minaretten van elk 99 meter hoog. Het is eigenlijk een opmerkelijke moskee die
verschilt van andere geziene moskeeën in Java. Het is niet alleen een religieus
centrum, maar ook een architectonisch meesterwerk. Het ontwerp combineert
neo-futuristische, Ottomaanse en Sundanese stijlen. Al Jabbar, wat “De
dwingende” in het Arabisch betekend, is één van de 99 namen van Allah.
Een beeld dat je
tijdens de treinreis ook veel zal zien is dat er vele tientallen motoren en
brommers ongeduldig achter de slagbomen staan te wachten. Al gauw zie je
rijstvelden aan je voorbij trekken. In de rijstvelden kan je soms een
eenvoudige schuur zien staan. Deze schuren zijn dan een plek om te rusten en te
schuilen tegen de zon of regen tijdens het werk op de velden. Ook worden ze
gebruikt om hun landbouwmateriaal en gereedschap op te bergen, zodat de boeren
deze niet steeds heen en weer hoeven te dragen. Het landschap begint echt
prachtig te worden na ongeveer een uur rijden met de trein. De route is vanaf
hier prachtig en onderweg zie je eindeloze rijstvelden, groene landschappen, kleine
schilderachtige dorpjes, vijvers, bergen, rivieren en ravijnen. De trein rijdt regelmatig
ook over bruggen. Je kan zien dat de Javanen het land en de rijstvelden
bewerken. Voorovergebogen mensen die enkel diep in het water staan om de
rijstvelden te bewerken. De rijstvelden werden voor het planten onder een laag
water gezet van 15 centimeter diep. Je kon irrigatiekanalen zien tussen de
rijstvelden. Vroeger werd vooral de waterbuffel gebruikt om de ploeg te trekken
in de rijstvelden. De waterbuffel heb ik niet gezien omdat deze vervangen is
door de Japanse buffel. Zeg maar werktuigen en machines van het merk Honda en
Suzuki. Deze mechanische werktuigen zag ik wel gebruikt worden op de
rijstvelden. Naarmate het landschap glooiender wordt kan je terrassen zien die
daarmee het uitzicht verder verfraaien. Zelfs kan je zien dat kinderen naar
scholen lopen. Soms bittere armoede wordt afgewisseld met vrolijke
schoolkinderen.
Tijdens de
treinrit komen ze ook op de trein rond om snacks en drankjes te verkopen. De
trein stopt enkele keren en in één van de stations werden onze lunchpakketten
voor het middageten op de trein gebracht. In een ander treinstation stopte de
trein zelfs meer dan 10 minuten en dan zag je dat enkele technische medewerkers
op het dak van de trein klimmen om onderhoud of controles uit te voeren terwijl
de trein stilstaat in het station. De treinen worden hier niet naar aparte
werkplaatsen gebracht. Dit heeft te maken met de noodzaak om snel en efficiënt
onderhoud uit te voeren, vooral op drukke routes waar treinen continu in
gebruik zijn.
Op het einde van
de treinreis merkte ik gebouwen op met dubbele daken. Vanonder het bovenste dak
kwam er rook. In deze gebouwen kan je steenbakkerijen of dakpanfabrieken
vinden. Deze regio staat hier bekend om zijn productie van bakstenen en
dakpannen. De ovens in deze fabrieken produceren rook tijdens het bakproces van
de klei, wat een veelvoorkomend gezicht is in deze gebieden. Verder merk ik ook
nog verschillende maïsvelden op.